De goedlachse Rob Malasch (72) heeft misschien wel geleefd voor vijf mensenlevens en is daar nog lang niet mee klaar. Na ruim 20 jaar als galeriehouder (Serieuze Zaken), leent hij momenteel zijn kennis en ervaring uit als kunstadviseur.
Dit doet hij vanuit zijn kantoor op een goed verstopte binnenplaats aan de Lauriergracht waar het daglicht rijkelijk naar binnen valt. Malasch doet al zijn hele leven alleen dingen die hij leuk vindt: “Zolang je gebruik maakt van je intuïtie en het reservoir aan mogelijkheden, kun je alles doen wat je wilt.”
Er hangt veel kunst in uw kantoor, zit daar ook iets van uzelf tussen?
Nee, ik ben 20 jaar lang galeriehouder geweest, wat heel leuk was, maar op een gegeven moment heb je wel genoeg tentoonstellingen gemaakt. Hier hangt een deel van mijn verzameling. Stukken die ik in de loop der jaren heb achtergehouden. Er is een onbeschreven systeem in de galeriewereld. Je koopt vijf werken van een jonge kunstenaar, daar verkoop je er dan vier van, zodat je zoveel winst hebt gemaakt dat je er eentje kunt houden. Dat werkt natuurlijk niet altijd, want soms verkoop je helemaal niets. Wanneer je zolang een galerie hebt gehouden als ik, blijft er zo nu en dan wat werk over.
Hoe schat je dan in of een jonge kunstenaar gaat verkopen?
Het is een soort roulette, want het blijft lastig inschatten of een kunstenaar wereldberoemd wordt of niet. Ik heb toentertijd werk van een Chinese kunstenaar kunnen kopen voor tussen de $100 en $1.000 per stuk, die gaan nu weg op de veiling tussen de 5 en 8 miljoen dollar. Als ik die dingen toen niet had verkocht, had ik dit interview nu vanaf de Bahama’s kunnen doen!
Is speculatie een belangrijke factor in de kunstwereld?
Ik denk wel dat je echt liefde en passie voor de kunst moet hebben. Maar speculatie is zeker een aspect dat meetelt. Op een of andere wonderbaarlijke manier heb ik vooral in het begin van mijn loopbaan als galeriehouder een goede neus gehad voor jong talent dat later wereldberoemd werd. Ik heb eigenlijk het meest verdiend aan dat wat niet verkocht werd. Maar er is natuurlijk ook veel kunst die ik heel interessant vind, die anderen niet eens gratis zouden willen hebben.
Misschien verandert dat wel nadat de kunstenaar is overleden.
Wellicht, maar daar ga ik niet op wachten!
U bent 20 jaar galeriehouder geweest, nu staat er ‘Art Advisor’ op uw website, is dat een vanzelfsprekende route?
Na zoveel jaren als galeriehouder bouw je een reputatie op in de kunstwereld. In de loop der tijd komen er dan verzamelaars naar je toe voor advies. En dat vond ik leuk om te doen. Ik zeg wel altijd dat ik niets kan garanderen. Maar ik heb een specifieke smaak die in het verleden zo nu en dan heeft bewezen dat het ook daadwerkelijk een goede smaak is. Kunst blijft toch een ongrijpbaar fenomeen.
Weet je wat Nederlandse verzamelaars het leukst vinden om te zeggen?
Nou?
“Ik heb deze schilderijen van Marlene Dumas gekocht toen ze nog heel jong was, net van de academie. Voor maar duizend gulden. Nu zijn ze vijf miljoen euro per stuk waard.”
Zo’n verhaal zal het ongetwijfeld erg goed doen op cocktailfeestjes.
Jazeker, ik denk dat het iets typisch Nederlands is. Voor een appel en een ei op de voorste rij. In Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten vinden ze het juist heel interessant om te zeggen: “Dit schilderij heb ik gekocht en het kost 10 miljoen”.
Eigenlijk wist ik helemaal niet wat ik wilde worden. Tegen het einde van de middelbare school moest ik opeens kiezen tussen werken en verder studeren. Toen zeiden mijn ouders: “Ga maar verder studeren”. Dat werd dus een opleiding tot onderwijzer op de Pedagogische Academie. Zodoende stond ik opeens op mijn twintigste voor de klas in de Jordaan. Ik was opgeleid op een hele deftige school, dus wanneer ik vroeg: “Pak je rekenboekje er maar bij”, gebeurde dat daar ook netjes. In de Jordaan niet, kan ik je vertellen. In de lunchpauze van mijn eerste dag ben ik naar de ijzerwarenwinkel gegaan en heb ik een hele grote, houten hamer gekocht. Toen al die kinderen vervolgens weer krijsend binnen kwamen vliegen, gaf ik een enorme klap op mijn bureau en zei ik heel kalmpjes: “Nou jongens en meisjes, de eerste de beste die nu nog zijn mond opentrekt, mag een vingertje op het bureau leggen”. Nooit meer last van ze gehad, haha!
Maar na een jaar of twee dacht ik wel, ik ga toch niet mijn hele leven andermans kinderen opvoeden. Dat mogen die ouders lekker zelf doen. Toen ben ik de kunstwereld ingerold.
Overdag deed ik een moderne dansopleiding op de theaterschool, want ik vond dansen geweldig en ‘s avonds deed ik de Rietveld Academie voor tekenleraar. In die tijd (begin jaren zeventig) kreeg je er gewoon nog een beurs voor. Wanneer je zei dat je kunstenaar was, dan was je het ook.
Daarna heb ik tien jaar theater gemaakt als auteur, choreograaf en regisseur, om vervolgens opeens als buitenlandcorrespondent te schrijven voor het Parool en HP/De Tijd vanuit New York en Los Angeles. Begin 2000 kwam ik terug in Nederland en dacht ik: wat moet ik nu weer doen?
Terug het theater in?
Misschien heb ik nooit goed geweten wat ik wilde, maar ik wist wel wat ik absoluut niet wilde. Theatermaken is ontzettend leuk als je jong bent, maar na tien jaar had ik geen zin meer om door Nederland te touren in een Volkswagen-busje om Shakespeare te brengen in Vinkeveen.
Dus toen?
Er voltrok eigenlijk een klein wonder. Zo werd het huis dat ik huurde te koop aangeboden voor een spotprijs. De eigenaar kwam naar mij toe en vroeg of ik het pand en drie andere panden op de Lauriergracht wilde overnemen. Ik had alleen geen baan en geen rooie cent te makken. Toen ben ik heel brutaal naar de bank gegaan en blufte ik dat ik een nieuwe business was begonnen: vastgoedprojecten. Ze vonden het een fantastisch project en plots was ik binnen een week een man in bonus! Die panden hadden allemaal prachtige lege ruimtes van wel 200 tot 300 vierkante meter. Zo ontstond het idee om de galerie Serieuze Zaken te beginnen. Serieus met een grote knipoog hoor! En dat liep als een trein.
Als u met uw kennis en ervaringen naar jongere generaties kijkt, wat zou u ze dan willen meegeven?
Voor zover ik het kan beoordelen, vind ik dat iedereen veel te vroeg de burgerlijkheid opzoekt. Mijn generatie ging daar juist verschrikkelijk tegenin. Mijn advies is: maak er een totale puinhoop van. Dat is veel interessanter. Als je op je bek gaat, sta je maar weer op. Dat is helemaal niet zo erg. En laat je administratie doen bij Kees de Boekhouder!
Tot slot, wat betekent succes voor u?
Succes is denk ik iets wat anderen jou moeten gunnen. Het betekent niets wanneer je zelf denkt heel succesvol te zijn. Het is denk ik ook niet iets wat je moet nastreven. Het valt je ten deel.
Website: robertmalasch.nl
Instagram: robertmalasch