Roziena Salihu is altijd op zoek naar de juiste woorden voor het juiste moment. Met haar spoken word, verhalen en gedichten toert ze langs de Nederlandse podia. Daarnaast zet ze haar woorden in voor het maken van film, televisie en theater. “Het lijkt me heel vet om een speelfilm te schrijven en regisseren.”
Waarom is het zo fijn als woorden soms rijmen?
“Haha, waarom is het zo fijn als woorden soms rijmen? Voor mij brengt het ritme in de tekst. Ik houd zelf erg van klankrijm, dus dat het niet per se letterlijk rijmt. Ik heb er eigenlijk nooit echt over nagedacht, maar rijm klinkt gewoon lekker.”
Wat is het mooiste woord in de Nederlandse taal?
“Universa vind ik een heel mooi woord. Volgens mij bestaat dat niet eens. Het is zogezegd het meervoud van universum, maar voor zover ik weet is er daar maar één van.”
Wanneer besefte je dat je iets kan bereiken met jouw woorden?
“Ik heb heel lang geschreven als hobby, daarnaast had ik een bijbaantje en hier en daar een betaalde klus. Naar verloop van tijd kreeg ik steeds meer betaalde opdrachten. Tot ik op een moment dacht: oh, wat begon als hobby, neemt nu mijn hele week over. Toen ben ik maar gestopt met mijn bijbaantje, haha. Maar de eerste keer dat ik me realiseerde dat mijn woorden impact maakten was tijdens een spoken word-optreden in de Rode Hoed in Amsterdam. De avond ging over vrouwenemancipatie en ik droeg een tekst voor over dit thema. Het was het juiste moment voor de juiste woorden.”
Waar schrijf je het liefst over?
“Er is niet een specifiek thema waarover ik voor mezelf het liefste schrijf. De laatste tijd schrijf ik vooral in opdracht. Voor mezelf schrijven gebeurt helaas niet zo vaak als ik zelf zou willen. Een kunstenaar zei ooit tegen mij: ”Een kunstenaar vertelt eigenlijk elke keer hetzelfde verhaal, maar elke keer op een andere manier”. Dat herken ik dan weer wel. Mijn teksten zijn maatschappelijk van aard en gaan vaak over een sense of belonging: waar hoor je bij, waar ben je thuis, waar word je geaccepteerd? Ik vertel hoe ik de maatschappij beleef.”
In welke vorm komen jouw verhalen het best tot hun recht?
“Dat vind ik afhankelijk van het verhaal. Ik vind het heel leuk om verschillende dingen te doen: interviewen, regisseren, film maken, schrijven. Het begint meestal met een idee waarover ik wil vertellen. Dan ga ik uitpluizen hoe dat verhaal het best tot zijn recht komt. De documentaire die ik heb gemaakt (Fufu met appelmoes red.) had bijvoorbeeld ook een poëtische spoken word-tekst kunnen zijn.”
Hoe zorg je ervoor dat je werk ook daadwerkelijk gezien en gelezen wordt?
“Omdat alle theaters dicht zijn en er geen evenementen zijn willen veel partijen dingen met video doen. Alles wat je maar met spoken word kan bedenken wordt in videovorm gegoten. En omdat alles nu online is word ik ook beter gevonden. Het aantal opdrachten dat ik hierdoor krijg is verdrievoudigd. Dus ik denk dat het belangrijk is dat je werk te vinden is als mensen je googlen. Daarnaast is het vaak zo dat opdrachten tot stand komen door mond-tot-mond reclame.”
Heb je bepaalde routines voor het schrijven?
“Voor een spoken word-tekst begin ik met onderzoek naar de opdrachtgever en het thema. Dan schrijf ik vier, vijf goede beginzinnen. Die laat ik dan een dag liggen. De volgende dag schrijf ik de tekst af. Soms gebeurt dat in een uurtje, soms gaan daar eerst vijf koffie en drie lunches aan vooraf. Bij langere teksten, zoals voor theater of film, kan ik in een hyperfocus raken. Als ik eraan begin schrijf ik zo acht uur achter elkaar door en vergeet ik te lunchen en het avondeten. Ik stop eigenlijk pas met werken als ik tevreden ben. Als ik vastloop wordt het vervelend. Dan kan ik het zomaar twee weken laten liggen omdat ik niet weet welke kant het op moet.”
“Dat verschuift altijd een beetje. Als je me tien jaar geleden had verteld wat ik nu allemaal heb mogen doen, dan zou ik zeggen: daar teken ik voor, helemaal prima! Nu ben ik toch weer op zoek naar de volgende ‘overwinning’ denk ik. Het lijkt me heel vet om een speelfilm te schrijven en regisseren. Dat heb ik nog nooit gedaan. Ik denk dat ik daar weer veel van kan leren.”