Lex Boon (1983) is freelance journalist voor, onder andere, Het Parool. Daarnaast maakt hij naam als schrijver van waargebeurde verhalen die echte pageturners blijken (De Diepvriesman, 2014; Ananas, 2019 & Mr. Kaor Yamamoto, 2020). Door met een haast kinderlijke nieuwsgierigheid vragen te stellen weet Lex ook de nieuwsgierigheid van de lezer te prikkelen. Zijn meest recente boek, De man die van zijn been een lamp maakte, is een bundel van 29 ongelooflijke, maar waargebeurde verhalen die hij door de jaren heen heeft gepubliceerd.
Waren jouw spreekbeurten en werkstukken op de basisschool ook al zo origineel?
‘Ik weet nog dat we op mijn basisschool naar de bibliotheek werden gestuurd om van die kleine informatieboekjes samen te vatten en na te vertellen; dat vond ik zo suf! Dus ik weet niet of ik fantastische spreekbeurten heb gehouden, maar wel dat ik dat niet zo leuk vond. Je moet iets hebben om uit te zoeken, toch? Van oude informatie samenvatten en voordragen werd ik niet nieuwsgierig. Eén van mijn spreekbeurten ging trouwens over orka’s. Nadat ik Free Willy (de film uit 1993, red.) had gezien uiteraard.’
Waar komt jouw nieuwsgierigheid vandaan?
‘Volgens mij ben ik altijd nieuwsgierig geweest. Ik weet niet zo goed waar dat vandaan komt. Vroeger was ik best een beetje verlegen. Als ik toen iets wilde vragen dacht ik weleens: Waarom zou ik dit vragen, want waarom zou iemand hier antwoord op willen geven? Het mooie van journalist zijn is dat ik nu altijd een reden heb om iemand iets te vragen. Dat vind ik ook zo leuk aan mijn vak.’
‘Ik schrijf voor het magazine van Het Parool elke maand een aantal reportages. Dat zijn vooral stadsverhalen. Ik ga graag op pad met bijzondere mensen of bezoek opmerkelijke evenementen. Laatst had ik een verhaal over de Spuistraat in Amsterdam. Hier heb ik de afgelopen jaren veel rondgelopen op zoek naar verhalen bij mensen achter de deur. Daarnaast heb ik altijd wat projectjes lopen met grotere verhalen die eventueel kunnen leiden tot een podcast, een nieuw boek of misschien een keer een documentaire. Bij sommige verhalen denk je: Dit is meer dan een krantenartikel. Die gebeurtenissen volg ik dan gedurende langere tijd. De ene keer stop ik er veel werk in en gebeurt er uiteindelijk niets mee, de andere keer heb ik opeens een nieuw boek.’
Je zou kunnen stellen dat iedereen tegenwoordig een verhalenverteller kan zijn (via sociale media). Wat maakt een verhaal goed of interessant?
‘Verhalen vertellen is een kunst. Er zijn namelijk ook goede verhalen die slecht verteld worden. Maar wat maakt een verhaal goed? Er moet ontwikkeling in zitten, we moeten er iets van leren… Bij mij wekt een goed verhaal nieuwsgierigheid op. En het begint gewoon met een goede vraag. Een collega van me vroeg zich bijvoorbeeld af waar het water van de Amstel eigenlijk vandaan komt? Dat vind ik een fantastische vraag. Het lijkt simpel, maar tijdens de zoektocht blijkt het antwoord dan toch ingewikkelder.’
Je meest recente boek is een bundel van non-fictie verhalen. Waarom is het voor jou belangrijk dat een verhaal waargebeurd is?
‘Ik ben in de kern een journalist, dus een echte non-fictie schrijver. Ik zou niet zo snel een roman kunnen schrijven. Dan bedenk je een karakter dat de deur uitgaat en dan kan hij linksaf of rechtsaf? Je moet bedenken wat voor kleren degene aan heeft en waarom. Dat is allemaal niets voor mij. Ik vind het heel fijn om de werkelijkheid te checken, dat geeft een soort houvast. Plus, de werkelijkheid is al waanzinnig genoeg; er spelen zich fantastische verhalen af. Ik houd van verhalen waarbij je je afvraagt: Wow, is dit echt gebeurd? Maar het moet wel kloppen.’
Welk verhaal uit je nieuwe bundel is je het meest bijgebleven?
‘Mijn uitgever wilde graag een bundel van mijn verhalen uitbrengen. Ik had er in eerste instantie een gevoel van ongemak bij. Die verhalen zijn al een keer geschreven en gepubliceerd, waarom moet dat ook nog in een boekje? Toch had ik veel plezier in het doorlezen van mijn oude verhalen. Uiteindelijk heb ik een selectie gemaakt aan de hand van bepaalde criteria. Heb ik er goede herinneringen aan? Waren de mensen aardig? Hadden ze een bijzonder karakter? Met als resultaat dat ik dus eigenlijk alle verhalen in de bundel leuk vind. Een voorbeeld: Een nacht op CS (Amsterdam Centraal Station, red.). Misschien een matige titel, maar het verhaal vond ik heel leuk om te maken. Ik mag graag een lange tijd op één plek verblijven om te observeren en mensen te spreken. Gewoon, om te kijken wat er dan gebeurt. Ik houd van verhalen over dingen die dag in, dag uit gebeuren. Dingen die we allemaal kunnen zien, maar niet bewust meekrijgen. Denk aan grote schepen die de haven binnenkomen om soja te lossen. Je ziet die schepen varen, maar je denkt zelden aan de mensen die aan boord zitten. Wat zijn dat voor mensen? Hoe ziet hun leven eruit?’
Komt het wel eens voor dat je in een verhaal duikt waar geen bevredigend einde aan zit? En hoe ga je hiermee om?
‘Meestal schrijf ik het gewoon op zoals het is. Een van mijn meest gelezen verhalen gaat over Mr. Kaor, een Japanse brievenschrijver die 40 jaar lang dezelfde brief stuurde naar een hotel in Volendam. Een groot, lang verhaal waarvoor ik uiteindelijk zelfs naar Japan ben gereisd om deze mysterieuze man op te zoeken en te vragen waarom hij nu al die brieven schrijft naar dat hotel. En na al die moeite en energie bleek dat hij er eigenlijk niet echt een reden voor had. Het enige wat ik dan kan doen is opschrijven wat er is gebeurd. Een verhaal met een gigantische anticlimax en toch werkte het.’
Wat kunnen we nog van jou als schrijver verwachten?
Een concreet project, wat waarschijnlijk een boek gaat worden, gaat over de roof van een Van Gogh uit het museum Singer Laren vorig jaar maart. Die zaak volg ik al vanaf de eerste persconferentie, toen bekend werd dat het doek was gestolen. Ik volg nu al ruim een jaar wat er gebeurt achter de schermen. Hoe gaat zo’n museum ermee om? Hoe gaat kunstdetective Arthur Brand, die het schilderij probeert terug te halen, te werk? Het moment waarop ik dacht: hier zit een boek in, was toen ik mij afvroeg hoeveel Van Goghs er eigenlijk zijn gestolen. Niemand bleek daar echt een duidelijk antwoord op te hebben. Zodoende ben ik via archiefonderzoeken in kaart gaan brengen welke Van Goghs allemaal eens zijn gestolen. Dat gaat om tientallen schilderijen en achter elk schilderij zit dan ook weer een mooi verhaal.’
Website: lexboon.nl
Featured image: Renate Beense